Tuinuitjes zijn mijn favoriete uitjes. Open tuinen, kwekerijdagen … ik word er altijd blij van. Vorig jaar bezochten Sylvia (mijn zus) en ik enkele tuinen tijdens de Zomertuinenmarathon in Groningen. We begonnen bij de tuin van Jan. Want ik volgde zijn blog ‘Jan wilde een Tuin’ al een tijd en ik wilde het graag eens in het echt zien. Het is werkelijk een heerlijke tuin. Een genot om doorheen te wandelen en in te zitten. Er is zoveel te zien: een schaduwtuin met hoge bomen, een grote vijver, kunst, mooie gebouwtjes van Alex den Braver en natuurlijk prachtige planten. Mijn oog viel op een plantje dat ik nog nooit eerder had gezien. “Cardamine trifolia”, zei Jan, “wil je een stukje?” Ik kreeg een enorme kluit mee en plantte het aan de voet van de grote esdoorn. In de winter waren de paarse bladstengels goed zichtbaar. In april volop witte bloemetjes, die werden bezocht door vlinders en bijen. De blaadjes vielen ook in de smaak bij deze prachtige rups (van een klein geaderd witje?). Grappige steeltjes na de bloei. Daarna weer een mooi groen kussentje.
De Nederlandse naam is Veldkers. Maar ik noem het ‘Het plantje van Jan’. Soms moet je hard zijn. Maar ik ben meestal een watje.
Hoewel ik wist hoeveel schade de rupsen van de buxusmot aanrichten, kon ik het niet over mijn hart verkrijgen om de buxusmotten te doden.
En nu zit ik dus weer met die rottige rupsen opgescheept. Die verzamel ik in een bakje water. Ook best wel wreed. Want ze kunnen niet zwemmen. Maar er zit niets anders op. Ooit zullen de rupsen wel natuurlijke vijanden krijgen. Het schijnt dat ze al gegeten worden door vogels, spitsmuizen
en slakken.
Misschien zijn er gewoon teveel buxushagen, buxusbollen en andere buxusfiguren. Onze wijk staat er vol mee. Ieder heeft zo zijn eigen aanpak van het buxusmot probleem. Sommigen spuiten met gif. Zij zijn blij dat hun buxus er mooi groen uitziet.
Wat er gebeurt met de vogels die de giftige rupsen eten … daar denken ze waarschijnlijk niet over na.
Sommigen doen helemaal niets. Misschien hebben ze nog nooit van de buxusmot gehoord. Hun buxus zit nu vol verpopte buxusmot rupsen. Binnenkort zullen de motten weer gaan vliegen.
Ik heb mijn buxusbol weer met Pireco Bladinsecten behandeld. Op de site van Pireco lees ik:
Pireco Bladinsecten wordt opgenomen door de het blad van plant, struik of boom. Met het verhogen van haar weerbaarheid zal door deze opname de plant als het ware een eigen afweersysteem ontwikkelen. Zuigende of vretende bladinsecten verdwijnen, omdat ze het voedsel niet lekker vinden. Andere insecten zullen er geen last van hebben. Op deze wijze zal de overlast en schade vanzelf verdwijnen. Ik overwoog om voor de zekerheid ook een feromoonval te kopen. Maar de aanblik van al die motten, gevangen in zo’n val … ik moet er niet aan denken. Dus, als het probleem niet opgelost is wanneer de fles Pireco Bladinsecten leeg is, dan geef ik de strijd op. Dan koop ik een Ilex crenata. Misschien wel eerder … Eindelijk weer even tijd om te bloggen. Na twee maanden binnen bezig achter mijn bureau. Ondertussen barstte buiten de lente los. Hopelijk ben ik het bloggen niet verleerd en heb ik in de komende weken meer tijd. Dan wil ik graag vertellen over het ekster echtpaar dat een nest heeft in de grote esdoorn; het plantje dat ik vorig jaar kreeg van Jan; de aanhoudende vraatzucht van de buxusmot rupsen; de geranium die zich hier vrijwillig vestigde; wat er mis is met mijn skimmia; waarom ik zo blij ben met pachysandra;
en over alle andere leuke en minder leuke verrassingen van de tuin. Er woei een ijzige wind. De Russische beer. Ik had er nooit eerder van gehoord. Windkracht 5 uit het oosten. Zo koud! Niet zo erg als in Groot-Brittannië, maar toch wel bitterkoud. Alles was bevroren. Foto’s maken was bijna onmogelijk bij die harde wind. Zie je die veertjes wapperen? De tuin zag er heel droevig uit. De sneeuwklokjes en de Pachysandra lagen plat op de grond. Nu is het voorbij. Het duurde gelukkig maar een week, van 26 februari tot ongeveer 3 maart. De sneeuwklokjes staan weer vrolijk overeind en het blad van de Pachysandra glanst weer als voorheen. Alleen de bloemen van de camelia verraden dat er iets gebeurd is. Maar dat is geen ramp. Er zijn al nieuwe bloemknoppen in overvloed.
Hartvormige blaadjes. Voor Valentijnsdag. Asarum europaeum, eigenlijk meer oorvormig of niervormig, maar ach ... Beesia calthifolia, glanzend en wintergroen. Epimedium pauciflorum, gevlekt en stekelig. Sorbus hupehensis 'Rosea', ieder najaar vuurrood en af en toe hartvormig. Nigella damascena heeft geen hartvormig blad. Ze bloeit in de zomer en wij noemen haar Juffertje-in-het-groen. Maar In het Engels heet ze Love-in-a-mist. Daarom mag ze vandaag ook meedoen.
Het valt niet mee. Ik snap niet hoe anderen het doen. Zo’n jaaroverzicht. Ik kan me maar moeilijk herinneren wat er allemaal gebeurd is in 2017. Eerst heb ik al mijn foto’s bekeken. Toen wist ik nog niets. Ik zag niet veel verschil met de fotocollages van 2015 of 2014. Toch wilde ik wel een jaaroverzicht maken. Dus ik heb de hulp van het internet maar weer ingeschakeld. Niet zonder gevaar. Want er is één woord dat ik me wel goed herinner van 2017: ‘nepnieuws’. Een vervelend fenomeen. Ten eerste worden er zoveel onwaarheden verspreid. En ten tweede worden waarheden als nepnieuws bestempeld door diegenen die de waarheid niet onder ogen willen zien. In onderstaand overzicht van 2017 zijn de foto’s in ieder geval echt en ongemanipuleerd. Want die heb ik zelf gemaakt. De rest neem ik voor waarheid aan totdat iemand het tegendeel bewijst. Januari was koud en zonnig. Bij ons in Eindhoven was het het zonnigst met 103 zonuren. Bij de Nationale Tuinvogeltelling op 29 januari werd de mus het vaakst geteld. Februari is altijd sneeuwklokjestijd. Helaas had ik ook dit jaar geen tijd om naar een sneeuwklokjesevenement te gaan. Wie weet in 2018 wel weer. In maart houden sommige kwekerijen helleborusdagen. Ook volgend jaar weer. Bij ons heeft de Helleborus dit jaar niet gebloeid. Wel bloeiden Acer, Bergenia, Camelia, Hepatica, Magnolia, Mukdenia, Pachysandra, Skimmia en Sneeuwklokjes. In april zag ik een enorme reiger bij onze vijver staan. Gelukkig bleven de twee shubunkin ongedeerd. In meer dan 600 steden wereldwijd werd de 'March for Science' gehouden. Wetenschappers demonstreerden tegen het ontkennen van wetenschappelijk vaststaande feiten (zoals de klimaatverandering) door politici. In mei kijk ik ieder jaar op tv naar de Chelsea Flower Show. Ik overweeg ook ieder jaar om er daadwerkelijk heen te gaan maar de mensenmassa houdt mij tegen. In juni bezocht ik de prachtige tuin van Jan. Het was de eerste keer dat ik een andere tuinblogger in levenden lijve ontmoete. De Vlaamse regering heeft beslist dat particulieren sinds juli de onkruidverdelger glyfosaat (onder meer verkocht onder de merknaam Roundup) niet meer mogen gebruiken. Sinds woensdag 2 augustus mogen de volgende invasieve exoten niet meer verhandeld of toegepast worden in de Europese Unie: alligatorkruid (Alternanthera philoxeroides), fraai lampenpoetsergras (Pennisetum setaceum), gewone gunnera (Gunnera tinctoria), Japans steltgras (Microstegium vimineum), ongelijkbladig vederkruid (Myriophyllum heterophyllum), reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera), reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum), smalle waterpest (Elodea nuttallii) en zijdeplant (Asclepias syriaca). In september vond de vijfde editie van de nationale spinnen telling plaats. Spinnen genoeg hier, maar ik heb ze nog nooit geteld. In oktober komen de roodborstjes terug uit het Noorden om in onze tuinen te overwinteren. In november besliste de Europese Commissie om de vergunning van de onkruidverdelger glyfosaat met vijf jaar te verlengen. Op 10 en 11 december hadden we even een beetje sneeuw. Maar vandaag was het met bijna 14 graden officieel de warmste oudejaarsdag sinds het begin van de metingen. Fijne jaarwisseling en een heel gelukkig 2018! Afgelopen zaterdag vond er een drama plaats. We hebben het eerder meegemaakt. En het hoort bij de natuur. Maar dat maakt het niet minder verdrietig. Het begon allemaal op vrijdag 17 november. Tussen de middag wandelde een tortelduif door de tuin. Toen ik in de buurt kwam, probeerde hij weg te vliegen. Tevergeefs. Op zondagochtend 19 november was hij er nog. Ik vreesde dat hij gewond was. Misschien aangevallen door een sperwer of een buurtkat. Dus ik belde de dierenambulance. Ze kwamen, onderzochten de duif en concludeerden dat er geen reden voor onrust was. Het was een jonge duif die nog moest leren vliegen. Z’n ouders zaten in de ceder. Loos alarm. Dat je jonge vogels met rust moet laten, is mij natuurlijk wel bekend. Maar ik wist niet dat ze zo laat in het jaar nog werden geboren. Ik heb het even opgezocht: De Turkse tortel broedt vanaf half februari, tot in november. In deze periode heeft een paartje 2 tot wel 5 legsels met elk meestal 2 eieren. Soms valt het gammele nest met eieren en/of kuikens uit de boom of waait weg. Iedere ochtend keken we uit het raam of hij er nog zat. Als hij er nog zat, waren we blij dat hij de nacht had overleefd maar verontrust omdat hij nog steeds niet kon vliegen. Als hij er niet zat, hoopten we dat hij inmiddels kon vliegen maar vreesden we dat hij was opgegeten. Een enerverende week dus. Soms kwamen de ouders langs. Zij leken minder bezorgd dan wij. Zaten ze op wacht of waren ze al bezig met het volgende broedsel?
Zaterdag 25 november sloeg het noodlot toe. Voordat we boodschappen gingen doen, zat hij er nog. Toen we terugkwamen restte enkel een hoopje veren. Zucht … De vogels zijn weer terug. In de zomer was het stil in de tuin. Ik maakte mij zorgen. Maar nu zijn ze er weer. Het roodborstje, vinken, duiven, kauwen mussen, merels, meesjes, eksters. Ook zag ik deze week een bonte specht en een boomkruiper in de grote esdoorn. Volop gefluit, gepiep, gekwetter en geritsel tussen de afgevallen bladeren . Toch maak ik me nog steeds zorgen. Want het schijnt slecht te gaan met de vogels. Sinds 1980 zijn alleen al in Noordwest-Europa 421.000.000 vogels verdwenen. Hun leefgebied verdwijnt. En er zijn te weinig insecten om alle vogels te voeden. Als je rondkijkt in de tuin, zie je overal insecten. Het lijkt alsof er niets aan de hand is. Maar ik las pasgeleden dat in de afgelopen 27 jaar het aantal vliegende insecten met meer dan 75% is afgenomen. Het is verschrikkelijk. Laten we in ieder geval de biodiversiteit in onze eigen tuin stimuleren door kunstmest en pesticiden te vermijden. We kunnen zorgen voor bloemen voor insecten en zaden en besjes voor de vogels. We kunnen composteren. Bomen mogen niet ontbreken. En, ik herhaal: geen gif! Wat veel tuiniers beschouwen als ongedierte, is voor veel vogels een lekkernij.
Herfst! Iedere morgen een rondje door de tuin om bladeren te rapen. Iedere morgen is natuurlijk niet nodig. Eigenlijk overbodig. Toch doe ik het. Want naast alle bladeren is er zoveel moois te ontdekken op de grond. Onder de Helleborus, tussen de Ophiopogon, Maar wel veel aardsterren. Vóór 2014 had ik deze prachtige mysterieuze bolletjes nog nooit gezien. Ik wist niet eens dat ze bestonden. Nu heb ik er het een en ander over gelezen. Aardsterren zijn niet eetbaar. Ze schijnen voor te komen op droge tot matig vochtige, relatief voedselrijke bodem. Het zijn saprofyten: organismen die leven van organisch afval. Nog een goede reden om niet alle dode bladeren op te ruimen. Je krijgt er zulke leuke verrassingen voor terug.
|
Categories
Alles
Archives
December 2023
|